In de BuurtWerkKamer ondersteunen bewoners elkaar met hun eigen talenten en ervaringsdeskundigheid. Ze organiseren zelf iets of samen met anderen. En als het kan zetten ze van daaruit de stap naar (betaald) werk. Naast sociale activiteiten, zoals een babbeluur, een ontbijt/lunchcafé of een empowermentgroep, organiseren zij diensten, bijvoorbeeld oefenlessen computervaardigheden, een klussendienst voor in en om huis, lessen Nederlandse taal, een formulierenbrigade of schuldhulptoeleiding en budgetadvies.
Iedere BuurtWerkKamer heeft een eigen facebook-pagina of website. Ze geven een goede indruk van wat in een kamer allemaal gebeurt. Zoek onder het tabblad De kamers een BuurtWerkKamer uit waar u een digitaal kijkje wil nemen.
Om 9.00 uur steekt de assistent teamcoördinator de sleutel in het slot, zet koffie en luistert naar de berichten op het antwoordapparaat. Allerlei bewoners en instanties hebben ingesproken. ‘Kan ik langskomen met een brief?’ ‘Het gaat niet goed met me.’ ‘Ik kan niet komen naar de Nederlandse les vandaag.’ ‘We hebben een nieuwe kandidaat voor jullie.’ ‘Kunnen jullie een klusje doen op dat en dat adres?’
De eerste bewoners druppelen binnen. Cees, een zestigplusser die jaren terug zijn baan als leraar is kwijtgeraakt, zorgt alvast dat alles klaarstaat voor de conversatieles Nederlands. De formulierenbrigade ontvangt haar eerste klanten. De klusjesman informeert naar de klussen die hij die dag heeft.
In de loop van de ochtend komt de teamcoördinator binnen. Twee vrijwilligers zitten niet op één lijn en vragen advies. Contact met Werk&Inkomen is nodig: de kandidaat is onbereikbaar. De printer is weer stuk. Een bewoner heeft een goed idee, maar kop en staart ontbreken nog. De projectcoach belt en wil een overleg met de andere BuurtWerkKamers inplannen.
Qadir, een Somalische man van nog geen 40, loopt vóór de conversatieles snel even binnen bij de formulierenbrigade. ‘Wat staat er precies in deze brief?’ Meteen belt de vrijwilliger met de energieleverancier en benadrukt dat die dag nog betaald wordt.
In de conversatieles mag Cees de brief van Qadir als voorbeeld gebruiken.
Dan is het tijd voor het babbel- en breiuur. Een groepje van vier vrouwen op leeftijd zit bij elkaar. Ook twee deelneemsters van de conversatieles zijn aangeschoven. Ze praten over wat hen bezighoudt. Tegelijk maken ze handwerkjes en verstellen kleding voor buurtbewoners.
Qadir is met de klusjesman vertrokken naar Shereen, een Surinaamse vrouw met een lekkage in de badkamer. Diezelfde avond kookt Shereen vanuit de BuurtWerkKamer voor een groep van zo’n dertig buurtbewoners. Om 21.15 uur draait een actieve vrijwilliger de voordeur op het nachtslot.