Dayenne

Dayenne

“Ik heb héél veel te danken aan de BuurtWerkKamer.”

Dayenne Tempo (Paramaribo 1982)

“Het klinkt misschien gek, maar achterom kijkend ben ik helemaal niet zo verdrietig. Ik weet waar ik nu sta en meer nog dan dat, waar ik naar toe ga. Mijn leven is zeker niet altijd een lolletje geweest, dat weet ik ook wel. Ik ben van mijn vierde tot mijn 17e seksueel misbruikt, feitelijk mijn hele jeugd. Iets wat ik tot voor kort voor iedereen verzwegen hield. Gelukkig trouwde mijn moeder in Suriname op een goede dag met een lieve man die mijn stiefvader werd. Zo kwam ik in Almere terecht. Maar wat had ik het daar moeilijk zeg. Ik mistte de tropen, mijn familie, de opa’s en oma’s. Suriname, dat was mijn thuis. Misschien was het wel dáárom dat ik in Nederland al snel en alsnog een opstandige puber werd. En toen ik ook nog eens in verwachting raakte en het kindje wilde houden, ging het thuis helemaal niet meer. We waren nu juist naar Nederland gekomen om een beter leven te krijgen. Als tienermoeder voor een baby zorgen was natuurlijk niet echt de bedoeling. Zo kwam ik dus in Zwolle terecht, in de vrouwenopvang. Niet lang daarna kreeg ik van dezelfde vader mijn tweede kind en vertrok ik uiteindelijk naar Almere. Ik mistte mijn moeder die inmiddels was gescheiden ontzettend. Vanuit de bijstand vond ik werk in de somatische zorg. Een lieve manager die het in mij zag zitten gaf me deze kans, ook al had ik geen papieren. Helaas werd het contract niet verlengd, terwijl ik wel ontzettend gemotiveerd was.

Maar het gat waarin ik toen viel was uiteindelijk nog dieper. Mijn moeder werd ernstig ziek en bleek terminaal. Ik ben toen voor haar gaan zorgen. Totdat zij naar Suriname vertrok om daar afscheid van iedereen te nemen. Ze wilde haar moederland en haar familie graag nog eens zien. Ik begreep dat heel goed en we spraken af elkaar weer in Nederland te zien zodra ze terug was. Inmiddels had ik een nieuwe man leren kennen met wie ik mijn derde kindje kreeg. We besloten een heel nieuwe start te maken. In België. Maar wat begon als een droom, eindigde in een nachtmerrie. Laat ik het er op houden dat ik geestelijk en lichamelijk behoorlijk zwaar werd mishandeld en dat ik hals over kop naar Amsterdam ben moeten vluchten. Daar kwam ik wederom in de vrouwenopvang terecht, met drie kinderen. Meer dan drie jaar heb ik daar gezeten. En gelukkig kreeg ik daar alle hulp die ik nodig had. Ik ging in therapie en leerde te praten over mijn problemen. En zo kwam ik in Holendrecht terecht. Mijn moeder was inmiddels overleden en door mijn verblijf in België had ik grote schulden opgebouwd. Bij de woningbouw en bij de Belastingdienst. Ik had niet gefraudeerd, maar was wel naïef geweest. Zo had ik mensen in mijn woning gelaten die de huur niet betaalden en er een wietplantage van maakten. En ook had ik niet doorgegeven dat ik geen kinderopvang meer nodig had. Niet dat ik daardoor nog toeslagen ontving, maar het voormalige kinderdagverblijf wel en die gingen failliet. En dus verschoof de schuld naar mij.

Maar, toen kwam ik in contact met Sandra van BuurtWerkKamer Casa Jepie Makandra. Zij belde gewoon aan met iemand van Samen Doen, het buurtteam van de gemeente. Ik had dat buurtteam in eerste instantie nog van me af weten te houden. Ik voelde me namelijk helemaal niet eenzaam en bovendien vertrouwde ik op dat moment niemand meer. Maar toen Sandra bij mij thuis was komen kletsen was ik om. Voor haar wilde ik wel naar de BuurtWerkKamer toe gaan. Hier zat iemand die mij begreep, die wist wat ik had doorgemaakt. Wat een verschil met al die professionals! Daarnaast ben ik Erwin erg dankbaar. Het vertrouwen dat hij mij gaf betekende voor mij dat laatste zetje dat ik nodig had. Zijn rol is heel bepalend geweest in mijn persoonlijke ontwikkeling. En zo kwam van het één het ander. Ik ging met mijn schulden aan de slag en kreeg weer lucht door de hulp bij de BuurtWerkKamer. Al snel wilde ik zelf ook iets gaan doen, iets teruggeven aan al die lieve mensen. Alles kwam vervolgens in een stroomversnelling toen twee van de bewoners in loondienst vertrokken en ik werd gevraagd betaald werk te gaan doen voor de BuurtWerkKamer. Eerst iets met een taalproject en later als assistent van teamcoördinator Erwin. Dat doe ik nu nog steeds en met veel plezier. Elke dag ga ik lachend en fluitend naar mijn werk. Eindelijk kan ik eens iets terugdoen, van betekenis zijn. De BuurtWerkKamer is voor mij een heerlijke plek waar ik mezelf kan zijn. En nu kan ik net als Sandra mijn ervaringsdeskundigheid inzetten. Nu kan ik anderen helpen bij het overwinnen van hun problemen. Ik blijf dit werk het liefst de rest van mijn leven doen!”

Tekst: Juriaan Otto
Foto: Carlien Oudejans