Carlien

Carlien

“De sfeer is ongedwongen: niks moet, alles mag en jij mag er zijn”

Carlien over BuurtWerkKamer De Handreiking (Amsterdam-Zuidoost)

“Bijzonder dat in een buurt waar het minste geld is mensen elkaar enorm steunen”

Carlien: “Vast iets voor kinderen, dacht ik als ik hier vroeger langsliep. De Handreiking zit pal naast mijn huis, ik kwam er dagelijks langs en zag veel kinderen voor de deur. Niks voor mij dus. Tot ik las dat er een rommelmarkt werd gehouden, dat ze spullen nodig hadden. Graag bracht ik wat langs – spelletjes, kleding, zelfgemaakte sieraden – en raakte met de mensen daar aan de praat. Het bleek juist ook een plek voor mij. De sfeer was ongedwongen; niks moet, alles mag en jij mag er zijn. Dat voelde wel eens anders in mijn leven.”

Onzekere factor
“Twintig jaar geleden ben ik afgekeurd. Ik heb dag en nacht pijn. Chronische migraine, elke maand zeker vijf dagen, en ik slaap erg slecht. Voor een werkgever ben ik een onzekere factor, maar ik heb wel arbeidsethos in me. Wat ik doe, doe ik met overgave. Kijk, dit kookboek heb ik gemaakt, met allemaal recepten van buurtbewoners. De H-buurt gaat als eerste van het gas af en de gemeente wil ermee aantonen dat je dan nog prima kan koken. Ze benaderden me daarna ook voor het samenstellen van een energiebrochure. Daarnaast heb ik een moestuin opgezet, doe ik hier de financiële administratie, de klantenadministratie en ik heb een tijdje een Voedselbank gerund. Mijn contract als meewerkend vrijwilliger is voor twaalf uur. Wat ik ermee verdien, heb ik heel erg nodig. Het leven is duur. Ik ben er geregeld vaker dan die werkuren. Omdat het mag, omdat ik me hier fijn voel en mensen kan helpen. En gaat het niet, wandel ik met mijn rollator zo naar huis.”

Buurdinnen
“We kennen elkaar allemaal in het Hoptilledorp, zoals we dit buurtje noemen. Er is veel armoede en eenzaamheid, maar ook veel saamhorigheid. Mijn buurvrouwen noem ik buurdinnen, omdat ze net iets meer dan buurvrouwen zijn. Ik weet bij wie ik ’s nachts om drie uur aan kan bellen. Ik weet wie mijn boodschappen doen als ik dat een keer niet kan. Elke vrijdag ga ik met een vaste bezoeker van de BuurtWerkKamer met de auto naar de Voedselbank. Ze heeft het erg zwaar en dat mensie met al die tassen op de metro laten gaan, kan ik niet over mijn hart verkrijgen. Ze hebben haar hier met nog veel meer geholpen en ze heeft haar leven nu weer een beetje op de rit. Ze komt ook altijd eten bij ons buurtrestaurant. Voor een euro kunnen bewoners een maaltijd krijgen, dankzij een cateringbedrijf dat heerlijk en biologisch kookt. Krijgen ze ook nog wat bakjes mee naar huis. Ik heb een extra potje aangevraagd, want liever zie ik het helemaal gratis en met nog een stukje vlees of een toetje erbij. Dat moet wel lukken, ik ben goed in aanvragen schrijven. Mijn droom is een koffiebakfiets, 7000 euro kost dat. Daarmee kunnen we de buurt in en mensen vinden die ons niet vinden.”

Een drempeltje te hoog
“Juist in deze buurt is het goed dat er een plek is waar je naartoe kunt als je een brief van een instantie niet begrijpt, als je taalles of naailes wil, of gewoon alleen even wat aanspraak. We hebben een Repaircafe, een klussendienst en zelfs een kapper. Allemaal voor kleine bedragen en leerzaam voor de bewoners die zich hiervoor inzetten. Eigenlijk bijzonder dat in een buurt waar het minste geld is mensen elkaar enorm steunen. We helpen elkaar, omdat we allemaal weten wat je meemaakt en hoe dat is. Er zijn meer plekken waar je aan kunt kloppen, zoals bij het Buurtteam. Maar voor veel mensen is dat net een drempeltje te hoog. Wij doen het voorwerk. Laten ze acclimatiseren, hebben alle tijd om een probleem in kaart te brengen. Dat scheelt zo’n Buurtteam of een woningcorporatie bergen tijd. Omdat wij de tijd hebben.”