“Die gouden tip van die vrouw veranderde mijn leven”
Karin over BuurtWerkKamer Casa Jepie Makandra (Amsterdam-Zuidoost)
“Als ik er een keer niet ben, missen ze me echt”
“Een vrouw bij het buurthuis zei tegen me: ‘Ga naar Casa Jepie Makandra’. Ze wees naar een gebouw aan de overkant. Ik had schulden, zorgen, mijn hoofd zat vol en ik at slecht. Zij hoorde me dat vertellen en stuurde me door, want ze hadden haar dochter daar ook zo goed geholpen. Ik was bekend met maatschappelijk werk en met de Voedselbank, maar de BuurtWerkKamer kende ik niet. Al vond ik het spannend, ik ben meteen gegaan. En daar was Dayenne. Ik gaf haar mijn formulieren, vertelde mijn verhaal en zij stelde me gerust. Ik zat tijdens dat gesprek alleen maar te huilen.”
Lichter
“Vanaf dat moment werd alles meteen opgepakt. Al na een week had ik een bewindvoerder. Ja, supersnel. Dat is inmiddels tien jaar geleden. De schulden zijn inmiddels afbetaald. Ik leefde lange tijd van weinig, vijftig euro per week, maar dat was niet zo erg. Ik hoefde mijn post, veelal met aanmaningen, niet meer te openen en dat maakte mijn hoofd zoveel lichter.”
Missen
“Toen ik alles weer een beetje op de rit had, ben ik hier gebleven. Bijna elke dag ga ik langs. Als vrijwilliger heet ik de bezoekers welkom. Laat ze hun naam noteren. Praat met mensen die daar behoefte aan hebben. Casa Jepie Makandra is als een tweede huis voor me geworden. Ik zeg altijd: hier is mijn familie. Ik heb aanspraak, heb vrienden gemaakt. We koken en eten samen – vandaag maakt Dayenne erwtensoep – en ik krijg dan altijd voor twee dagen mee naar huis. Ook Kerst is leuker nu ik hier ben. Dat vieren we samen. Mensen kunnen zich zo alleen voelen. Hier zijn we dat niet. Als ik er een keer niet ben, missen ze me echt.”
Gouden tip
“De gouden tip van die vrouw veranderde mijn leven. Ik ben nu zelf de vrouw geworden die door eigen goede ervaring anderen zegt: ga naar de BuurtWerkKamer als er iets is. En dan zeg ik dat ik er ook ben als ze komen; dan is het al wat vertrouwder. Soms durven ze niet, schamen ze zich voor hun schulden. Dan stel ik hen gerust: die had ik ook. Niemand lacht je hier uit. Niemand vraagt verwijtend hoe je aan schulden komt. Ze denken mee hoe er vanaf te komen. Zodat je weer kunt leven. Zoals ik nu. Schuldenvrij en met een nieuwe familie.”